bikkelen

• Geluid:  bikkelen    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbɪkələ(n) / (3 lettergrepen)

• bik·ke·len

• In de betekenis van ‘met bikkels spelen’ voor het eerst aangetroffen in 1599 ^[1]
• afgeleid van bikkel met het achtervoegsel -en ^[2]

bikkelen ^[3]

1. (sport) onovergankelijk met bikkels het bikkelspel spelen
2. onovergankelijk zich keihard inzetten

• bikkelhard, bikkelspel, bikkelaar

• Het woord bikkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bikkelen" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.