[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

neger

Uit WikiWoordenboek
  • ne·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord neger negers
verkleinwoord negertje negertjes

de negerm

  1. (persoon) * iemand met voorouders uit Afrika bezuiden de Sahara met lichamelijke kenmerken daarvan als een donkere huidskleur of zwart kroeshaar
     Uit de grammofoon schalde jazzmuziek, achter de bar stond een neger uit Amerika.[4]
     Tien kleine negertjes liepen in de regen
    Een ging er dadelijk heen, toen bleven er nog negen
    [5]
     HAITI (op St. Domingo) den 20 Januarij. De Koffijoogst valt niet zeer voordeelig uit, en dat artikel begint hier te rijzen, wanneer men bedenkt, dat dit gedeelte des Eilands niet boven de 4 millioenen ponden Koffij opbrengt, en in dit oogenblik slechts 5 Schepen zeilree liggen, die circa twee millioen ponden in lading hebben. Wel verre dat de bebouwing der Koffij in dit gedeelte des Eilands zou toenemen. neemt dezelve af, daar ieder Neger, die voorheen door Christoph, (Koning Henrik) met geweld tot den arbeid gedwongen werd, thans lui en liever van Vruchten leeft.[6]
  2. (persoon) (antropologie) (historisch) iemand uit Afrika bezuiden de Sahara
     Item oock naederhandt op den 10 February als wanneer uyt d'opperhooffden van dien verstonden, dat deselve omtrent de cust van Brasil op omtrent 12 graden Z.breete een Portugese neger prijs (comende van Angola ende tenderende nae de bay tote la Santoes) genomen hadden met over de 500 slaven ende slavinnen, daeruyt gelight 250 stucx, hebbende de rest met het Portugees schip, dat oudt ende onbequaem was, laten varen;[7]
     Dese Rovers waren, om dat sy weynig Prijsen namen, seer insolent, en hadden uyt een Engels Schip, hier van Lissabon gekomen, een Neger en een Italiaen', die op dat Schip in dienst waren, geligt.[8]
     welcke Vreede by die vande andere zijde versocht is, door dien zy-luyden geen minerael konden, krygen als met de Negros, die onse Onderdanen alreede met groote meenichte derwaerts naer toe senden, ende zy luyden alrede selver met groote meenichte in alle vrientschap komen halen: soo dat alhier met de laeste Vloote van Rio de Genero, al eenighe duysent Stucken van achten aenghekomen zijn, ende yeder Neger gelt aldaer 200 Stucken van achten,[9]
  • [1] Vanaf het laatste kwart van de 20e eeuw hebben steeds meer mensen bezwaar tegen het gebruik van het woord "neger", omdat het veel is gebruikt in teksten met een racistische inslag en vanwege de slavernij-associatie van het Amerikaanse "negro". Vaak wordt dan als alternatief  zwarte zn  gebruikt of een afleiding met het voorvoegsel afro-. [10]
  • [2] Afrikanen met een donkere huidskleur, die in Europa vóór de transatlantische slavenhandel gevestigd waren, werden van oudsher "Moor" genoemd.
vervoeging van
negeren

neger

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van negeren
    • Ik neger. 
  2. gebiedende wijs van negeren
    • Neger! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van negeren
    • Neger je? 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[11]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. neger op website: Etymologiebank.nl
  3. "neger" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4. “Zoete mond” (2009), Querido, Amsterdam, ISBN 9789021437163, p. 36
  5. Bronlink geraadpleegd op 8 november 2024 Weblink bron “Tien kleine negertjes” (1885) op liederenbank.nl
  6. Bronlink Weblink bron Noord-America in: Leydse courant, Leyden (03-04-1822), p. 1.
  7. Bronlink Weblink bron
    Jan van Riebeeck
    “Dagverhaal”, 1652-1662, ed. Historisch Genootschap, Utrecht (1884-1893), p. 364.
  8. Bronlink Weblink bron Italien in: Oprechte Haerlemsche courant, Haerlem (23-02-1723), p. 1.
  9. Bronlink Weblink bron Copye vande Vrede, dewelcke gemaeckt is tusschen de Onderdanen vanden Koningh van Hispangien, ende den Koningh van Portugael, by die van Rio Plato, ende die van Angola., no. 52, Broer Jansz, Amsterdam in: Tijdinghe uyt verscheyde quartieren (24-12-1649), p. 2.
  10. Bronlink geraadpleegd op 20 juli 2021 Weblink bron
    Olaf Heyblom
    “Racisme in ons taalgebruik: ‘Witte Nederlanders moeten elkaar corrigeren’” (24 juni 2020) op parool.nl op Wikipedia
  11. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be