maïsland
Uiterlijk
- maïs·land, ma·is·land
- samenstelling van maïs zn en land zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maïsland | maïslanden |
verkleinwoord | - | - |
het maïsland o
- (landbouw) grond geschikt of bestemd om mais op te verbouwen
- Op bouw- en maïsland mag nu 125 kilo fosfaat per hectare worden uitgereden en op grasland 175 kilo. [1]
- Het woord maïsland staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maïsland" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "Kamer akkoord met mestbeleid" in: Nederlands Dagblad jrg. 50 nr. 12581 (14 december 1993; p. 3 kol. 3; geraadpleegd 2017-02-09
- ↑ Zie taaladvies Onze Taal
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Landbouw in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 82 %