declaratie
Uiterlijk
- Geluid: declaratie (hulp, bestand)
- de·cla·ra·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verklaring’ voor het eerst aangetroffen in 1292 [1]
- Naamwoord van handeling van declareren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | declaratie | declaraties |
verkleinwoord | - | - |
- opgave van gemaakte onkosten en/of honorarium
- Bestuurders van de grote universiteiten in Nederland omzeilen de regels voor declaraties [4]
- aangifte van goederen aan tolkantoren
- verklaring, betuiging
1.
- Het woord declaratie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "declaratie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "declaratie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ declaratie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ www.nu.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be