colbert
Uiterlijk
- col·bert
- eponiem: pseudo-Frans, vermoedelijk in de 19e eeuw door Nederlandse kleermakers genoemd naar de 17e eeuwse Franse staatsman Colbert ; in de betekenis van ‘jas zonder panden’ voor het eerst aangetroffen in 1881 [1][2][3][4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | colbert | colberts |
verkleinwoord | colbertje | colbertjes |
- (kleding) korte herenjas dat een deel is van een kostuum en tegenwoordig ook door vrouwen gedragen kan worden
- Arie staat te dralen bij de pakken in de hoop dat iemand hem komt helpen. Hij voelt zich smoezelig in zijn afgedragen colbert.[5]
1.
- Het woord colbert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "colbert" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ colbert op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "colbert" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Sanders, E.Het laatste woord over het colbert (25 oktober 1993) op website: Trouw.nl; geraadpleegd 2020-02-06
- ↑ NRC, Franca Treur, 30 mei 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Eponiem in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %