Haggai
Uiterlijk
- Hag·gai
- van Hebreeuws חַגַּי en (Chagai) "(geboren op een) feestdag", naam van personen in de Bijbel [1] [2]
enkelvoud | |
---|---|
nominatief | Haggai |
genitief | Haggais |
Haggai m
- (religie) profeet die na de ballingschap in Babel aanspoort tot herbouw van de tempel; zijn woorden staan in een naar hem genoemd Bijbelboek (11x: Hag. 1:1 +, Ezra 5:1 +)
- (religie) boek in de Bijbel, waarin de profeet Haggai een hoofdrol speelt
[2] boeken in de christelijke Bijbel
- Genesis
- Exodus
- Leviticus
- Numeri
- Deuteronomium
- Jozua
- Rechters
- Ruth
- 1 Samuel
- 2 Samuel
- 1 Koningen
- 2 Koningen
- 1 Kronieken
- 2 Kronieken
- Ezra *
- Nehemia
- Ester *
- Job
- Psalmen
- Spreuken
- Prediker
- Hooglied
- Jesaja
- Jeremia
- Klaagliederen
- Ezechiël
- Daniël *
- Hosea
- Joël
- Amos
- Obadja
- Jona
- Micha
- Nahum
- Habakuk
- Sefanja
- Haggai
- Zacharia
- Maleachi
- Apocriefen
- aanvullingen op boeken
hiervoor gemarkeerd met *
2. boek in de Bijbel
- Het woord 'Haggai' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ verklaring: Haggai in de Nederlandse Voornamenbank van het Meertens Instituut op de website van de KNAW
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijbeltaal in het Nederlands
- Eigennaam in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal