[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

oversprong

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 31 mrt 2024 om 00:52 (top: lidwoord voor trefwoord; doorloop 2.4)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • over·sprong
enkelvoud meervoud
naamwoord oversprong oversprongen
verkleinwoord - -

de oversprongm

  1. met een sprong op iets anders overgaan
vervoeging van
overspringen

oversprong

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overspringen
    • ... dat ik oversprong. 
    • ... dat jij oversprong. 
    • ... dat hij, zij, het oversprong.