inzwart
Uiterlijk
- in·zwart
- intensiverende afleiding van zwart (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | inzwart | - | - |
verbogen | inzwarte | - | - |
inzwart
- buitengewoon zwart
- Men vindt oude zandlopers die lopen op ‘zand’ dat inzwart is. [1]
Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en inzwart.
- Het woord 'inzwart' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ AP"Vraagwinkel. Zandloper" in: Biekorf. jrg. 65 nr. 5 (mei 1964) G. Barbiaux, Brugge; p. 160; geraadpleegd 2015-07-26