zeker weten
Dutch
editEtymology
editLiterally, “know for sure”.
Pronunciation
editAdverb
edit- (informal) surely, definitely
- Onze afspraak kan morgen doorgaan. — Zeker weten? — Ja, zeker weten.
- Our appointment will proceed tomorrow. — Sure? — Yes, definitely.
- Die foto is zeker weten niet echt!
- That photograph definitely isn't real!
- Onze afspraak kan morgen doorgaan. — Zeker weten? — Ja, zeker weten.