[go: up one dir, main page]

Dutch

edit

Alternative forms

edit

Etymology

edit

From vissen +‎ rijk.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈvɪ.sə(n)ˌrɛi̯k/
  • Hyphenation: vis‧sen‧rijk

Noun

edit

vissenrijk n (plural vissenrijken, diminutive vissenrijkje n)

  1. (uncountable, taxonomy, deprecated) Pisces, a now obsolete taxon containing all fish
    • 1855, A. W. M. van Hasselt, "Natuurhistorische schets der visschen, en van hunne betekenis voor den mensch", Album der natuur. Een werk ter verspreiding van natuurkennis onder beschaafde lezers van allerlei stand., publ. by A. C. Kruseman, 100.
      Een tweede algemeen, doch meer uitwendig kenmerk van het visschenrijk is gelegen in hunne vinnen.
      (please add an English translation of this quotation)
    • 1974 November, advertisement, Kampioen, 89, vol. 11, 768.
      Dit standaardwerk brengt het vissenrijk bij u thuis.
      (please add an English translation of this quotation)
    • 2016, Ariejan Korteweg, “Burgemeesters zijn dragers van de politieke moraal”, in De Volkskrant:
      Die olie zorgt, met de zwaardvormige snuit, voor een in het vissenrijk ongeëvenaarde snelheid.
      (please add an English translation of this quotation)
  2. (countable, figurative or fiction) a fish kingdom or empire