vereeuwigen
Dutch
editEtymology
editPronunciation
editVerb
editvereeuwigen
- to perpetuate, immortalize (US); immortalise (UK)
- Hij wilde zijn liefde voor haar vereeuwigen door een standbeeld voor haar op te richten.
- He wanted to perpetuate his love for her by erecting a statue in her honor.
- De kunstenaar probeerde de schoonheid van het landschap te vereeuwigen in zijn schilderij.
- The artist tried to immortalize the beauty of the landscape in his painting.
- De prestaties van de legendarische atleet werden in een boek vereeuwigd.
- The achievements of the legendary athlete were immortalized in a book.
- Het concert werd opgenomen om het moment te vereeuwigen en later opnieuw te beleven.
- The concert was recorded to perpetuate the moment and relive it later.
- Het standbeeld vereeuwigt de heldhaftige daden van de soldaten tijdens de oorlog.
- The statue immortalizes the heroic deeds of the soldiers during the war.
- Met zijn werk wilde de kunstenaar de emoties van die tijd vereeuwigen voor toekomstige generaties.
- Through his work, the artist wanted to perpetuate the emotions of that time for future generations.
Conjugation
editConjugation of vereeuwigen (weak, prefixed) | ||||
---|---|---|---|---|
infinitive | vereeuwigen | |||
past singular | vereeuwigde | |||
past participle | vereeuwigd | |||
infinitive | vereeuwigen | |||
gerund | vereeuwigen n | |||
present tense | past tense | |||
1st person singular | vereeuwig | vereeuwigde | ||
2nd person sing. (jij) | vereeuwigt, vereeuwig2 | vereeuwigde | ||
2nd person sing. (u) | vereeuwigt | vereeuwigde | ||
2nd person sing. (gij) | vereeuwigt | vereeuwigde | ||
3rd person singular | vereeuwigt | vereeuwigde | ||
plural | vereeuwigen | vereeuwigden | ||
subjunctive sing.1 | vereeuwige | vereeuwigde | ||
subjunctive plur.1 | vereeuwigen | vereeuwigden | ||
imperative sing. | vereeuwig | |||
imperative plur.1 | vereeuwigt | |||
participles | vereeuwigend | vereeuwigd | ||
1) Archaic. 2) In case of inversion. |