duizendpoot
Dutch
editEtymology
editFrom duizend (“thousand”) + poot (“leg”). First attested in the late 18th century.
Pronunciation
editNoun
editduizendpoot m (plural duizendpoten, diminutive duizendpootje n)
- (zoology) a centipede, animal of the class Chilopoda
- 2011, Dick Laan, Pinkeltje en de flonkersteen:
- Over het bospad kwam een lange rij duizendpoten aanstappen.
- A long line of centipedes came treading closer over the forest path.
- a person of many talents, especially one good at multi-tasking; a jack of all trades
- 2014, Willem Kuiper, "Luna en Fortuna", in Andrea van Leerdam & Orlanda S. H. Lie & Martine Meuwese & Maria Patijn (eds.), Kennis in beeld. Denken en doen in de Middeleeuwen, Uitgeverij Verloren page 48.
- De bedenker van dit allegorische personage was de Romein Boëthius (ca. 480-525), een intellectuele duizendpoot en een van de meest invloedrijke scharnieren tussen het laat-antieke Romeinse Rijk en de Latijnse Middeleeuwen.
- The inventor of this allegorical character was the Roman Boethius (ca. 480-525), an intellectual man of many talents and one of the most influential pivots between the late-antique Roman Empire and the Latin Middle Ages.
- 2014, Willem Kuiper, "Luna en Fortuna", in Andrea van Leerdam & Orlanda S. H. Lie & Martine Meuwese & Maria Patijn (eds.), Kennis in beeld. Denken en doen in de Middeleeuwen, Uitgeverij Verloren page 48.