doelpunt
Dutch
editEtymology
editPronunciation
editNoun
editdoelpunt n (plural doelpunten, diminutive doelpuntje n)
- goal (scoring in sport)
- Pele scoorde het enige doelpunt van de wedstrijd.
- Pele scored the game's only goal.
- We kwamen op achterstand door een eigen doelpunt.
- We went a goal behind as a result of an own goal.
- Pele scoorde het enige doelpunt van de wedstrijd.