[go: up one dir, main page]

Jump to content

bruikend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

bruikend

  1. present participle of bruiken

Declension

[edit]
Declension of bruikend
uninflected bruikend
inflected bruikende
positive
predicative/adverbial bruikend
bruikende
indefinite m./f. sing. bruikende
n. sing. bruikend
plural bruikende
definite bruikende
partitive bruikends